Table of Contents
8 en schoot Liang Yi met twee schoten uit zijn Browning-revolver dood. Diezelfde avond werd er wraak genomen in de Chinezenloods van de Maatschappij Nederland. Er stierven twee Chinezen door kogels en messteken. De daders meldden zich netjes bij de politie. Tschang vertelde dat hij niet anders had gekund, omdat Liang aan het hoofd stond van een geheim genootschap dat zeevarenden geld afperste.
De Telegraaf volgde de gebeurtenissen op de voet. Over het logement waar de eerste moord plaatsvond, schreef een redacteur «dat deze localiteit een broeinest is van onzedelijkheid en slechte gewoonten als opiumschuiven en hazard-spel. Ook smokkelen ze. En: er wordt gedreigd met moord als er iemand uit de school zou klappen» (Expressdienst Vlaams Brabant).
Bij het verhoor toonden de daders zich «akelig kalm en bekennen volmondig en tevreden hun daad. Met een glimlach op het gelaat deden zij den politieautoriteiten de grepen en steken voor». De eisen van de officier van justitie luidden respectievelijk 15 en 14 jaar gevangenisstraf. Veel ervan begrijpen deed de officier niet.
De eerste echte confrontaties met de politie ter zake van overtreding van de Opiumwet deden zich voor in 1921. Er werden toen meer en meer processen-verbaal opgemaakt voor het bezit en vervoer van opium en voor de ogen van verbaasde Chinezen, die slechts hun bekende genotmiddel hadden meegenomen, werden enkelen hunner het land uitgezet.
Hij werd geraffineerd in Marseille. Er werd echter een modus vivendi gevonden. De opiumschuivers vormden immers een uitstervende soort en omdat het schuiven tot de eigen kring beperkt bleef (bij de import waren wel Hollanders betrokken), konden de plaatselijke autoriteiten ermee leven. Vellinga en Wolters bezochten in 1966 in het kader van hun onderzoek de zeven gelegenheden in de Binnenbantammerstraat waar op dat moment nog opium werd geschoven.
100). Er was een slaapzaal met stapelbedden en een gezellige gemeenschappelijke ruimte waar wierookstokjes werden gebrand. De zeeliedenkolonie vormde een vlottende bevolking tot aan het uitbreken van de crisis in 1929. Veel, Chinezen werden toen overbodig, omdat de schepen overgingen van steenkolen op olie. Zij werden sedentair. Rotterdam herbergde voor de oorlog de grootste kolonie Chinezen, na de oorlog Amsterdam.
Wat moest Nederland in de jaren ’30 met die werkloos geworden Chinezen aan? De later beroemd geworden socioloog F. van Heek deed onderzoek en pleitte voor een humane aanpak van hun uitzetting. Tegen een van de auteurs van dit rapport vertelde Van Heek in 1976 dat zijn advies moest worden gezien tegen de achtergrond van die tijd: een stelsel van sociale zekerheid bestond nog niet en het sociale probleem zou alleen maar erger worden (Bovenkerk en Brunt, 1977).
De meest deerniswekkende Chinees werd de straat op gestuurd om de waar aan de man te brengen. Het Hollandse publiek kocht uit medelijden. De Chinese gemeenschap kwam echter pas echt boven Jan met het openen van eethuizen, onmiddellijk na de oorlog - Koerier buitenland. Repatrianten uit Indonesië en ook studenten en kunstenaars kwamen in de jaren vijftig eten in de Binnenbantammerstraat bij de legendarische tante Mia.
In 1965 waren er alleen al in Amsterdam 80 eethuizen en in heel Nederland 300. van de heuvel transport. De bloeitijd van de Chinese restaurants lag in de jaren zeventig. Het verzadigingspunt van 2. 000 restaurants werd bereikt in 1977 (Verwey, 1983). Toen kregen ze last van nieuwe immigranten uit de territoria rond Hong Kong, die zich aanboden als goedkope koks.
De illegale koks werden aan geslaagde restaurateurs opgedrongen en hun eigenlijke werk bestond erin om voor de triades in kwestie een schatting te maken van de omzet. De politie reageerde met enkele spectaculaire acties en verwijderde tal van illegalen. Deze acties werden in de pers gehekeld als razzia’s, omdat zij exclusief waren gericht op een etnisch-raciale groep.
Vellinga en Wolters namen een opmerkelijke assimilatie in hun kring waar. De omstandigheid dat de meeste zeelieden alleenstaande mannen waren, heeft daar zeer toe bijgedragen. Velen huwden met Nederlandse vrouwen en hun kinderen werden Nederlanders. Desalniettemin vormen de beschikbare berichten een gegronde reden om te stellen dat een aantal bekende Chinese groepen nog altijd een belangrijke rol spelen op de drugsmarkt van Amsterdam, vooral dan waar het gaat om de handel in heroïne (van de heuvel transport).
Hiervan wordt immers beweerd dat zij in de voorbije jaren haar machtspositie nog immer heeft weten te versterken ten nadele van de 14K, en niet alleen in Amsterdam maar ook in andere delen van Nederland. De Tai Huen Chai, die de Ah Kong in haar strijd tegen de 14K steeds heeft ondersteund, heeft zeker geprofiteerd van deze ontwikkeling: in de schaduw van de Ah Kong speelt zij binnen en buiten Amsterdam nog steeds een belangrijke rol in de heroïnehandel.
Maar zij mag waarschijnlijk niet worden onderschat. Want de Wo Shing Wo-triade die haar op het einde van de jaren tachtig in de strijd tegen de Ah Kong krachtdadig ondersteunde, opereert, onder andere vanuit Duitsland, nog heel geregeld in Amsterdam. Daarenboven zijn er hele duidelijke aanwijzingen dat inmiddels ook weer andere organisaties vanuit Hong Kong proberen een plek op de Amsterdamse drugsmarkt te veroveren.
Niet alleen de ettelijke (onopgeloste) (dubbel)moorden op Chinezen (waaronder – in juli 1992 – op de vermoedelijke leider van de 14K in Amsterdam) die de laatste jaren hebben plaatsgevonden op Amsterdams grondgebied en elders in Nederland, vormen hiervan het levende bewijs - van de heuvel transport. Ook het veelvuldig gebruik van gepantserde voertuigen en de frequente inzet van bodyguards door de leiders van genoemde groepen, getuigen van deze niet aflatende strijd om de controle over de heroïnehandel in West-Europa.
Alleen: dit geweld wordt tot nu toe nog vrijwel uitsluitend aangewend tegen personen van Chinese origine. Wellicht is het ook hierom dat de georganiseerde criminaliteit in Chinese kringen de voorbije jaren zo weinig aandacht heeft gekregen. Koerier Limburg. Juist de ondoorzichtigheid van de onderlinge verhoudingen tussen de betrokken triades en bendes, maakt het moeilijk om uit te zoeken hoe de Chinese heroïnehandel tot in Amsterdam precies verloopt.
Hij betrekt – zéér vermoedelijk – zijn handel van een aantal grotere handelaren in Amsterdam en in andere Nederlandse steden; dezen onderhouden weer nauwe betrekkingen met een aantal handelaren in Hong Kong; en die staan op hun beurt via groothandelaren in Hong Kong, maar zeker ook in Bangkok, weer in contact met de producenten in Thailand (van de heuvel transport).
Hoe de aanvoer precies geschiedt, valt evenmin exact te zeggen. Maar de mogelijkheden om heroïne op een vlotte en veilige manier naar West-Europa over te brengen, zijn nu ook weer niet onuitputtelijk. Enerzijds is vastgesteld dat dit gebeurt via schepen die meer West-Europese havens aandoen en nu eens in Amsterdam, dan weer in een andere haven, worden verlost van hun kostbare lading - van de heuvel transport.
Is de heroïne eenmaal hier beland, dan beschikt elk dealernetwerk over voldoende mogelijkheden om haar, over een aantal plaatsen verdeeld, veilig weg te bergen, vooral woonhuizen en restaurants, dikwijls bewaakt door gewapende handlangers. Wat er verder met de heroïne gebeurt, laat zich gemakkelijk raden. Deels wordt zij in kleine hoeveelheden verkocht aan plaatselijke afnemers, deels wordt zij verder verhandeld, Europa in, zeker tot in Italië en Spanje.
Er zijn geen aanwijzingen dat Chinese drugshandelaren de laatste jaren hebben gepoogd om politiemensen om te kopen, laat staan dat zij daarin zouden zijn geslaagd – zoals in de jaren zeventig. Wellicht wordt dit verklaard door het feit dat er geen reden is dit te proberen. De politie betekent momenteel immers geen groot gevaar voor de (Chinese) heroïnehandel; die vormt voor haar geen prioriteit in de opsporing.
Velen onder hen beschikken bijvoorbeeld alleen maar over geheime telefoon- en semafoonnummers. En zij organiseren hun bijeenkomsten of in (achterkamers van) hun eigen restaurants of, vluchtig, in «vreemde» hotelkamers, andermans restaurant of bar. Gevoegd bij het feit dat de meeste Amsterdamse politiemensen geen Chinees spreken, of, indien dit wel zo was, zich nog niet onopgemerkt in Chinese kringen zouden kunnen bewegen, betekent dit dat het verre van eenvoudig is om, anders dan langs technische weg, relevante informatie over het reilen en zeilen van de Chinese georganiseerde criminaliteit in Amsterdam te verzamelen.
Dat het voor een deel ook via Amsterdamse wisselkantoren wordt gewit, staat vast. Maar dan! Men neemt aan dat een belangrijk deel terugvloeit naar Zuid-Oost-Azië en daar ook buiten de heronehandel wordt geïnvesteerd, onder meer in bouwprojecten in Zuid-China, zegt men. Een ander deel wordt zeker ook geïnvesteerd in Nederland, in infrastructuur voor de Chinese gemeenschap - van de heuvel transport.
Investeringen in andere economische sectoren zijn tot nu toe in elk geval niet waargenomen. De Chinese georganiseerde criminaliteit heeft in dit opzicht, zo te zien, goeddeels haar traditionele uiterlijk bewaard. Tot en met natuurlijk de praktijken die van oudsher op de genoemde lokaties worden bedreven: de exploitatie van prostitutie en het lenen van geld, aan gokkers en anderen, tegen woekerrente.
Net als eerder al in Hong Kong, in de Verenigde Staten, en elders in West-Europa, is men ook in Amsterdam al eens geconfronteerd met op zijn minst één uitgebreid politiebericht over een Chinese bende die enerzijds zou bestaan uit Chinese jongeren die hier zijn opgegroeid, en anderzijds uit Chinese asielzoekers.
Verder zou deze groep ook zijn geïnvolveerd in de heronehandel en in de handel in gestolen en valse cheques. Overigens wordt in Amsterdam ook wel gezegd dat bijvoorbeeld de Tai Huen Chai tegenwoordig eveneens een deel van haar achterban recruteert onder Chinese mensen die in asielzoekerscentra verblijven - van de heuvel transport. Onderzoek naar de (on)juistheid van berichten als deze werd door de Amsterdamse politie niet verricht.
2.3. 6. De rol van de Italiaanse mafia, De voortekenen die omstreeks 1990 wezen op de toenemende rol van de Italiaanse mafia in de drugshandel in Amsterdam zijn, achteraf gezien, juist gebleken. Zowel uit allerhande berichten van de Amsterdamse politie – eigen waarnemingen, verklaringen van informanten, waaronder vooral die van de Italiaanse informant Franceso Russo, wiens naam bekend is gemaakt door de Italiaanse justitie – als uit ambtsberichten van de Italiaanse politie, kan onomstotelijk worden geconcludeerd dat de Italiaanse mafia – meer bepaald in de gedaante van een aantal camorra-clans, die thuishoren in Napels en omgeving – reeds sedert jaren actief opereert op de Amsterdamse drugsmarkt, speciaal in de cocaïnehandel.
De clans die zij in Amsterdam vertegenwoordigen, zijn: de clan Annuziata (uit Boscoreale en omgeving, ook actief in de sfeer van overvallen en afpersingen); de clan d’Alessandro (uit Castellamore di Stabia, tevens betrokken bij wapenhandel, overvallen en afpersingen); de clan Giuliano (in het centrum van Napels, eveneens geïnvolveerd in illegaal gokken en afpersingen); de clan La Torre (een van de meest geharde camorra-clans, uit de streek van Domitië, ook bedrijvig in de wapenhandel en afpersingen); illegaal gokken);– de clan Stolder (uit het centrum van Napels, geleid door drie broers, ook actief in wapenhandel, afpersingen, gokken);– de clan Savio, (uit een Napolitaanse wijk, eveneens betrokken bij wapenhandel, afpersingen en illegaal aan afpersingen).– en de clan Verde (uit de gemeente Sant Antino, ook geleid door drie broers, maakt zich vooral ook schuldig Een enkele van deze clans heeft in Napels zelf ook rechtstreekse contacten met een of meer Siciliaanse cosa nostra-families (van de heuvel transport).
Voor het beleid in de toekomst is het evenwel wellicht belangrijker te weten dat er waarschijnlijk ook directe contacten bestaan tussen Colombiaanse en Italiaanse tussenhandelaren hier in de stad enerzijds en Siciliaanse opkopers, die zo komen invliegen, anderzijds. Of deze laatste figuren werkelijk vertegenwoordigers zijn van cosa nostra-groepen in de strikte betekenis van het woord, staat niet vast. van de heuvel transport.
Overigens zijn er ook schaarse, nog niet uitgespitte, berichten over rechtstreekse connecties tussen Italianen uit Calabrië, mogelijk gezanten van een of meer ‘ndrangheta-families, en «Amsterdamse» Italianen. In elk geval staat het vast dat leden van een Calabrische mafia-familie waartegen in Italië een grootscheeps onderzoek is gestart, in Amsterdam zijn ondergedoken.
Beziet men nu de manier waarop de contacten tussen de Colombianen en de Italianen hier in Amsterdam verlopen, dan komt men tot de vaststelling dat er niet al teveel voorzorgsmaatregelen tegen de onthulling van hun onderlinge relaties worden genomen. Waarom zou men ook? Er wordt op hun onderlinge betrekkingen in de stad niet of nauwelijks gerechercheerd! Toch zijn deze handelspartners nu ook weer niet zo onvoorzichtig dat zij alles openlijk doen.
Table of Contents
Latest Posts
Wetgeving Mobilhome België
Auto Export Netherlands
Huurkoop Mobilhome
All Categories
Navigation
Latest Posts
Wetgeving Mobilhome België
Auto Export Netherlands
Huurkoop Mobilhome